Gemeente Barneveld

 Politieke partij

Schriftelijke vragen handelswijze college aangaande samenwerking met Klankbordgroep ‘grondtoepassingen’


Geacht College, 
 
Op basis van de organisatieverordening van de gemeenteraad artikel 42, stelt de fractie van Lokaal Belang schriftelijke vragen aangaande de handelswijze van het college aangaande de samenwerking met de Klankbordgroep ‘grondtoepassingen’. 
 
Lokaal Belang heeft met ontsteltenis kennisgenomen van het fundamentele verschil van inzicht over het onderzoek naar het mogelijk vervuilde zand (9392 ton in de gemeente Barneveld) en de daardoor ontstane ernstige vertrouwensbreuk tussen de gemeente en de klankbordgroep waar de getroffen inwoners in vertegenwoordigd zijn. 

Voor Lokaal Belang is integer, betrouwbaar, zorgvuldig en transparant bestuur van wezenlijk belang. Tenslotte, inwoners, ondernemers en de samenleving als geheel, moeten er op kunnen rekenen dat zij serieus genomen worden en dat hun belangen vol overgave gediend worden. De ontstane situatie is hiermee volstrekt in tegenstelling. De Klankbordgroep is in het leven geroepen om de getroffen inwoners ‘een stem’ te geven. Het gaat tenslotte om hun zekerheden: hun huis, hun grond, hun veiligheid. Wat de uitslag ook precies is, de gevolgen zijn voor de inwoners. Dat betekent in de ogen van Lokaal Belang dat datgene wat inwoners inbrengen, zeker als het wezenlijke kwesties zijn, heel zwaar moet wegen. Daarnaast is een uitstekende communicatie een absolute voorwaarde. Het onderzoek moet volstrekte duidelijkheid en zekerheid bieden. Na alle commotie kan dit onderzoek maar op één manier gebeuren: goed. En goed betekent: volledig. Helaas blijkt dit niet het geval en dat is betreurenswaardig.

De Klankbordgroep heeft meerdere malen aangegeven wat zij essentieel achten in het onderzoek. 

  1. Herkomst grond
    Het is niet meer dan logisch dat er over de herkomst van de grond eerst helderheid verkregen moet worden. Tenslotte, op deze wijze kan men nog beter en gerichter naar het zand kijken. Lokaal Belang heeft direct begin november al om de herkomstlocaties(s) gevraagd. Het is zeer merkwaardig dat deze herkomst nog steeds niet bekend is. Volksgezondheid en veiligheid dienen leidend te zijn en dus niet de privacy van de leveranciers van het zand. Overigens, gesteld werd dat het bijbehorende rapport aangaf dat het zand ‘goed genoeg’ zou zijn. Dus wat is dan het probleem? Het is onbegrijpelijk dat u, kennelijk, niet hebt aangedrongen op deze rapporten waaruit moet blijken wat de herkomst van het zand is. Wij zijn nu 2,5 maand verder. Dit had al lang geregeld moeten zijn. Waarom heeft u dit niet voor elkaar? 
     
  2. Testen op in Achterveld aangetroffen stoffen
    Helaas is het zand in Achterveld, dat onderdeel uitmaakte van de totale partij zand waarover discussie is, niet schoon gebleken. Op een aantal onderdelen heeft het zand de kwalificatie ‘industriewaarde’ gekregen. Het gaat om de stoffen tetrachlooretheen, minerale olie, Drins, DDD, PAK en DDT. Daarnaast zink, kobalt en lood. Dit zand had dus niet in woonwijken mogen worden toegepast. Het is onbegrijpelijk dat het college stelt: ‘Het onderzoeksrapport Achterveld is daarom voor ons geen aanleiding om onze strategie aan te passen.’ Er is beslist wel aanleiding. Zeker gezien het gestelde in het DAT-rapport (vermengingen van gekeurde en niet-gekeurde gronden) is er dus alles aan gelegen het zand op alle stoffen te testen waar aantoonbaar aanleiding voor is. U blijft maar uitgaan van het Certicon-rapport, terwijl juist dit rapport geen zekerheden biedt en niet op de door de klankbordgroep extra gevraagde stoffen heeft getest. Onbegrijpelijk, want u zegt wel zekerheid te willen. Overigens was dit exact één van de onderwerpen van het interpellatiedebat van 14 december tussen onze partij en de verantwoordelijk wethouder de Kruijff.
     
  3. Puin en Asbest
    Er is in Achterveld puin in de bodem aangetroffen, in 9 boringen uiterst puinhoudend; 2x sterk puinhoudend en 3x resten of sporen van puin. Puin is asbestverdacht, behalve als voldoende gemotiveerd kan worden dat niet aannemelijk is dat het puin asbest bevat. Omdat het onderzoek zich uitsluitend richt op het toegepaste, mogelijk verontreinigde zand en het puingranulaat onder certificaat geleverd is aan de aannemer, heeft ondanks het aantreffen van puin geen verkennend asbestonderzoek conform NEN-5707 “Monsterneming en analyse van asbest in bodem” of NEN-5897 “Monsterneming en analyse van asbest in bouw- en sloopafval en puingranulaat” plaatsgevonden. Het is dus logisch dat de Klankbordgroep in het onderzoek van RHK graag ziet dat dit aspect wordt meegenomen. Waarom wordt dit niet meteen meegenomen? Hoe kunt u stellen dat ‘recent toegepast puingranulaat niet wordt beschouwd als asbestverdacht’ terwijl ‘als asbestverdacht materiaal wordt aantroffen Royal HaskoningDHV gaat bekijken wat de consequenties moeten zijn voor de onderzoeksopzet’. Wat is dan nu de definitie van asbestverdacht materiaal?
     
  4. Grondwatertesten  
    De Klankbordgroep heeft verzocht op meerdere locaties het grondwater te testen op alle plekken waar het zand meer dan 1 meter dik is toegepast. U wilt dit echter niet doen. De reden hiervoor is dat het grondwater in Eilanden-Oost in eerder onderzoek (voor toepassing zand Vink) al licht vervuild was en dat men daarnaast niet verwacht dat er iets met het grondwater aan de hand zou kunnen zijn. Echter, zekerheid is er niet. U wilt slechts enkele testen doen in Veller II (cluster J). Wij vinden het wenselijk om grondwateronderzoek uit te voeren indien er in het bovenliggende zand norm-overschrijdende vervuiling is gevonden. Dat moet dus onafhankelijk zijn van de dikte van het toegepaste zand en onafhankelijk van de locatie van het toegepaste zand in de gemeente Barneveld. Het is van groot belang voor inwoners complete duidelijkheid te krijgen over hun huidige woonsituatie. Zij zijn al geconfronteerd met mogelijk vervuilde grond. Daar komt het grondwater nog eens bij. Zekerheid is, gezien de gehele situatie, iets waar de inwoners recht op hebben. U ontzegt een groot deel van de inwoners bij voorbaat dat recht. Waarom? U heeft meerdere malen aangegeven duidelijkheid te willen. Waarom niet op dit punt? 
     
  5. Testen in kruipruimten
    De klankbordgroep heeft gevraagd om ook te testen in kruipruimten van inwoners die zich hiervoor hebben aangemeld. U geeft in het verslag van 7 januari aan dit mee te nemen in zes kruipruimten in Eilanden-Oost. Het bevreemdt zeer waarom de kruipruimten in Veller niet worden meegenomen.  Het meeste zand van het totaal is namelijk in deze wijk terechtgekomen. Alleen al voor de volledigheid van het onderzoek zou het goed zijn steekproeven te nemen. Het is jammer dat u daartoe niet bereid bent.
     
  6. Testen op eigen kavel
    Lokaal Belang vindt dat het voor iedere inwoner die dat wil, mogelijk moet zijn om zekerheid te krijgen over de kwaliteit van de grond van de kavel. De mogelijke waardevermindering van hun grond en huis is als een zwaard van Damocles dat boven de hoofden van deze inwoners hangt. Een schonegrond verklaring krijgen, indien aan de orde, is daarom van groot belang. Testen op eigen kavel is daarvoor een goed middel. Het is zeer betreurenswaardig dat het college eerst nadrukkelijk de getroffen inwoners uitnodigt zich te melden als zij hun eigen kavel getest willen hebben en belooft dat dit gaat gebeuren en dat dit vervolgens niet wordt uitgevoerd. Wij hebben begrepen dat mensen die op het aanbod van de gemeente zijn ingegaan vooralsnog geen enkel bericht hebben gekregen. Uiteraard moet een dergelijke test alleen worden gedaan bij getroffen inwoners, maar u houdt dat nu af. Dit terwijl dat hoe dan ook wel door u is beloofd. Dit vinden wij heel ernstig.


Het eerder door ons aangevraagde interpellatiedebat blijkt, nu nog meer dan ooit, nodig. Deze kwestie zal zeker een plaats krijgen. Het is ernstig te moeten constateren dat het college, na de gedane beloften tot beterschap op 9 november, telkenmale en op meerdere fronten tekort blijft schieten. De verantwoordelijk wethouder de Kruijff beloofde op 14 december ook nog ten stelligste dat er in het belang van de inwoners zorgvuldig gehandeld zou worden. Echter, daar hebben wij flinke vraagtekens bij. Deze kwestie had nooit zo uit de hand hoeven lopen als het college en de verantwoordelijk wethouder in het bijzonder, zijn verantwoordelijkheid in dit dossier van begin af aan genomen had.  

Los van de schuldvraag is deze slepende kwestie heel slecht voor de inwoners, het bedrijf Vink en het vertrouwen in het lokale bestuur. En dat is betreurenswaardig. De gevolgen laten zich nog niet overzien. Lokaal Belang houdt u mede verantwoordelijk voor de situatie. Ook dit zal onderwerp zijn van het interpellatiedebat dat wij hebben aangevraagd. 


Naast bovenstaande vragen ook nog de volgende: 

  1. Waarom kiest het college er, als verantwoordelijk lokaal bestuur, niet voor het onderzoek direct in één keer goed te doen, dat wil zeggen: volledig en met in achtneming van alle relevante en logische aspecten die er zijn?
  2. Waarom gaat u voorbij aan de volstrekt legitieme wensen van de Klankbordgroep, terwijl u telkenmale stelt dat ‘zorgvuldigheid’ in deze kwestie zo belangrijk is?
  3. Waarom schoffeert u de getroffen en terecht bezorgde inwoners en de Klankbordgroep in het bijzonder, terwijl het zo belangrijk is deze inwoners serieus te nemen, goed te communiceren, beloften na te komen; uw verantwoordelijkheid als lokaal bestuur? 
  4. Is het college het met ons eens dat de regie in dit dossier zoek is? 

 

Vriendelijke groeten, 

Namens de fractie van Lokaal Belang, 
Mijntje Pluimers-Foeken Fractievoorzitter